Het gebied dat je bezoekt heet Boven Suriname en ligt in het district Sipaliwini, het grootste district van Suriname. Sipaliwini heeft geen regionale hoofdstad, maar wordt rechtstreeks door de regering in Paramaribo aangestuurd.
Sipaliwini werd in 1983 als district gevormd en beslaat een oppervlakte van 130.567 km2. Het district is daarmee bijna 4 keer zo groot als de andere negen districten van Suriname samen en is grotendeels bedekt met tropisch regenwoud.
In dit gigantische gebied wonen ongeveer 40.000 inwoners, bestaande uit de inheemse bevolking, de Indianen en de Marrons. Vanaf 1686 is hen in verschillende vredesakkoorden autonomie toegekend over de door hun bewoonde gebieden. De (indiaanse) naam Sipaliwini is verwijst naar de Sipaliwini rivier en betekent ‘rivier van stenen of rotsen’.
Archeologen vermoeden dat de oorspronkelijke bevolking, de inheemse indianen, al vanaf het Paleolithicum hier leven als jagers-verzamelaars. De Nederlandse koloniale overheersers hebben het gebied grotendeels links laten liggen. Dat bood de veiligheid voor gevluchte tot slaaf gemaakte Afrikanen die zich in delen van dit district vestigden. Pas in de twintigste eeuw zijn er ontwikkelingsprojecten opgestart.
Volgens cijfers uit 2004 waren er 41 scholen in het gehele district. Meer scholen worden gepland, omdat sommige kinderen lange afstanden te voet of per boot moeten afleggen naar het dichtstbijzijnde buurdorp. Uit dezelfde gegevens blijkt dat er 24 gezondheidscentra (zoals Djoemoe) in het district zijn. De medische hulpposten worden gerund door de Medische Zending. Om het gebied toegankelijker te maken werden er in de jaren 1950 veel kleine airstrips aangelegd. Sommige daarvan functioneren nog steeds als zodanig, andere zijn in onbruik geraakt.
De Marrons die er wonen stammen af van de Afrikanen die ontsnapten aan de slavernij op de plantages.
Ze creëerden in de afgelopen eeuwen hun eigen onafhankelijke gemeenschappen in de afgelegen en moeilijk toegankelijke oerwouden van Boven Suriname. De Marrongroepen bleven lang gescheiden van het Surinaamse maatschappelijke leven in de kustgebieden.
Tijdens de laatste decennia zoeken velen van hen echter ook werk in Paramaribo en kustgebieden. En daarnaast hebben Marrons in hun oorspronkelijke dorpen aantrekkelijke vakantieresorts ontwikkeld, waar stadsbewoners en buitenlandse toeristen het bijzondere leven in het oerwoud kunnen ervaren.
De taal die er wordt gesproken is het Saramaccaans, een creoolse taal. Ook wordt er Nederlands en soms Engels gesproken.
Tijdens de 4 daagse tour naar Boven Suriname in het district Sipaliwini bezoek je onder andere het Saramaccaanse dorp
Asidohopo. Hier resideert de granman Aboikoni. Hij is het dorps- en gebiedshoofd van alle Saramaccaners.
Bron: Wikipedia
Copyright © Hennie Knapen 2023 Alle rechten voorbehouden